Prof. dr. Frans (F.G.M.) Russel

Frans Russel is sinds 2013 lid van het CBG. Hij is apotheker, farmacoloog en toxicoloog. Daarnaast is hij als hoogleraar en hoofd van de afdeling Farmacologie-Toxicologie verbonden aan het Radboudumc en de Radboud Universiteit. Ook is hij directeur van de opleiding Biomedische Wetenschappen.

Russel studeerde farmacie en promoveerde in de medische wetenschappen op een farmacokinetisch onderwerp. Hij specialiseerde zich verder in de moleculaire farmacologie, geneesmiddelentoxicologie en de toepassing van computermodellen om de lotgevallen van geneesmiddelen in het lichaam te beschrijven. Hij is lid van het presidium van de Gezondheidsraad en voorzitter van de Commissie Gezondheid en Beroepsmatige Blootstelling aan Stoffen van de raad.

“Het verbeteren van de effectiviteit en veiligheid van geneesmiddelen is de rode draad in mijn wetenschappelijk werk als onderzoeker en docent. Vanuit die praktijk zet ik me als Collegelid graag in voor de persoonsgerichte beoordeling en innovatieve ontwikkeling van geneesmiddelen.”

Vergroot afbeelding Prof. dr. F.G.M. Russel
Prof. dr. F.G.M. Russel

Andere relevante posities

  • Lid External Scientific Advisory Board Leiden Academic Centre for Drug Research

  • Fellow van de American Association of Pharmaceutical Scientists

  • Lid van de editorial board van European Journal of Pharmacology, Current Opinion in Pharmacology en Current Opinion in Toxicology

  • Lid commissie Klinische Fellows (ZonMW) en expertcommissie Create2Solve – Programma Meer Kennis met Minder Dieren (ZonMW)

  • Voormalig bestuurslid Top Instituut Pharma

  • Voormalig voorzitter Nederlandse Vereniging voor Toxicologie

*Lichte achtergrondmuziek* Prof. Dr. Frans Russel – Hoogleraar farmacologie en toxicologie Radboudumc: Ik ben opgeleid als apotheker en heb me gespecialiseerd in de farmacologie en toxicologie. In het Radboudumc geef ik daar onderwijs over en doe ik onderzoek in het laboratorium naar de werking van geneesmiddelen inhet lichaam en hoe het lichaam geneesmiddelen verwerkt en naar de bijwerkingen of schadelijke effecten van geneesmiddelen. De combinatie farmacologie en toxicologie komt niet zo vaak voor, maar ik heb me eigenlijk in beide richtingen gespecialiseerd en dat is juist een mooie combinatie voor het werk binnen het College, omdat bij geneesmiddelen zowel de effectiviteit als de veiligheid belangrijk zijn. Ik vind het heel belangrijk om onderwijs te geven, omdat ik daarmee de kennis kan overdragen aan de geneesmiddelonderzoekers van de toekomst. Als docent en onderzoeker ben ik niet direct betrokken bij de behandeling van patiënten, maar ik ben heel gemotiveerd om als lid van het College een bijdrage te kunnen leveren aan het vertrouwen van patiënten in de geneesmiddelen die in Nederland gebruikt worden. Het niet klinische onderzoek bevat alle informatie die door de fabrikant is verricht in het laboratorium, met cellen en met proefdieren om vast te stellen of het geneesmiddel veilig genoeg is, mogelijk ook effectief is, om voor het eerst in mensen te testen. De nadruk van ons onderzoek ligt vooral op het veilige gebruik van geneesmiddelen in kwetsbare groepen, zoals kinderen, ouderen en zwangere vrouwen. Een voorbeeld van dat onderzoek is het gebruik van menselijke placenta's waar we een laboratoriumopstelling voor hebben ontwikkeld om de placenta bloot te stellen aan geneesmiddelen, zoals dat ook in de moeder gebeurt. We geven de voorkeur aan menselijk materiaal in niet klinisch onderzoek, om eigenlijk zo dicht mogelijk bij de patiënt te zijn en goed te kunnen voorspellen wat een geneesmiddel uiteindelijk in de patiënt zal doen. En daarnaast vinden we het belangrijk om een bijdrage te leveren aan de vermindering van proefdierexperimenten. Dat is ook iets wat in lijn is met waar het College naar streeft. Om uiteindelijk tot geneesmiddelontwikkeling te komen zonder het gebruik van proefdieren. *Muziek fadet uit* Logo CBG MEB, College ter Beoordeling van Geneesmiddelen verschijnt in beeld.

Verklaring van Belangen

Medewerkers van het CBG, Collegeleden én externe deskundigen mogen geen (financiële) belangen hebben die hun onpartijdigheid in het gedrang brengen. Zij vullen vóór hun aanstelling en daarna jaarlijks een verklaring omtrent hun belangen in. Bij mogelijke belangenverstrengeling nemen zij niet deel aan discussies of stemmingen.