Interview Leonard van Egmond

Leonard van Egmond werkt al 12 jaar als huisarts. Dat deed hij al bij verschillende praktijken, sinds 8 jaar werkt hij bij een grote huisartsenpraktijk in Utrecht. Hij ziet een uiteenlopend palet aan patiënten. Zelfzorgmedicijnen komen regelmatig ter sprake in zijn spreekkamer. “Met gebruik van zelfzorgmedicijnen is niks mis, zolang je maar weet wat je gebruikt, en zolang je dat maar op de goede manier doet.” Leonard vertelt wat hij zoal in zijn praktijk tegenkomt.

Vergroot afbeelding
Beeld: CBG/Erik van Rosmalen
Leonard van Egmond, huisarts in Utrecht

Voordat mensen contact opnemen met een huisarts, proberen ze vaak zelf met medicijnen van de drogist of supermarkt iets te doen aan hun klachten. In zijn praktijk vraagt Leonard vaak wat voor medicijnen patiënten gebruiken. Bij zelfzorgmedicijnen moet hij daarvoor soms wel wat doorvragen. “Want er is zoveel. Een neusspray, dat kan een onschuldige zoutoplossing zijn óf xylometazoline bevatten. Dat maakt wel een verschil, terwijl op de verpakking verder wel dezelfde merknaam staat.”

Dat grote aanbod kan voor sommige patiënten verwarrend zijn. “Ik raad patiënten zelf ook wel eens een medicijn zónder recept aan. Dat kan immers prima werken en is vaak goedkoper dan een receptmedicijn. Het is dan wel belangrijk dat mensen met het juiste middel de winkel uitlopen. Ik zie in mijn praktijk aardig wat mensen die de Nederlandse taal niet goed spreken. Daar probeer ik rekening mee te houden. Ik schrijf duidelijk op wat ze moeten hebben en vraag eventueel of er een familielid is die ik het kan uitleggen. En ook vertel ik hoe ze het moeten gebruiken. Bij die neusspray met xylometazoline bijvoorbeeld vertel ik dat ze het maar één week mogen gebruiken.”

Ik raad patiënten zelf ook wel eens een medicijn zónder recept aan. Dat kan immers prima werken.

Je bewust zijn van welk (zelfzorg)medicijn je gebruikt is belangrijk. “Een patiënt vertelde dat ze een middel van de drogist had gebruikt tegen een vaginale schimmelinfectie. Dat hielp niet. Zou het dan toch wat anders zijn? Uit een kweek zagen we dat het toch écht om een schimmelinfectie ging. Wat bleek? De patiënt had niet het juiste zelfzorgmedicijn gebruikt. Zo zie je maar: er ligt zoveel in het schap bij de supermarkt of drogist, daar zijn we ons niet altijd van bewust.”

Regelmatig spreekt Leonard patiënten die in het buitenland zijn geweest en daar (vaak zonder recept) bepaalde medicatie hebben gekregen. “Zo sprak ik eens een patiënt met maagklachten. Ik had deze patiënt eerder zelf diclofenac voorgeschreven. In het buitenland kreeg hij een andere pijnstiller, die hij gelijktijdig is gaan gebruiken. Dat was ook een pijnstiller uit de categorie van de zogeheten NSAID’s, waar ook ibuprofen en diclofenac bij horen. Het gevolg was een te hoge dosis van die pijnstillers, wat tot maagklachten leidde”, vertelt Leonard. “Je ziet dan dat mensen niet precies weten wat ze gebruiken. En zeker als dat in het buitenland gebeurt: niet alleen de taal is anders, maar ook het beleid in wat je zonder recept meekrijgt.”

Je ziet dat mensen soms niet precies weten wat ze gebruiken.

Maar ook gewoon in Nederland ontbreekt soms het bewustzijn over wat een medicijn is. “Bij een apotheek is het duidelijk: daar haal je een geneesmiddel. Maar bij de drogist of in de supermarkt is dat een stuk diffuser. Het grote aanbod aan zelfzorgmedicijnen, kruidenproducten en -geneesmiddelen en supplementen is bont van kleur.”

Neem bijvoorbeeld zalfjes of crèmes. Die hebben minder het imago een ‘medicijn’ te zijn dan pillen of tabletten. En omdat je ze op de huid smeert, en daarmee lokaal toedient, is de kans op bijwerkingen ook kleiner”, stelt Leonard. “Maar die kans is niet nul. En met wisselwerkingen met andere medicijnen moet je daarmee toch rekening houden. Neem bijvoorbeeld de combinatie van miconazol, een (zelfzorg)medicijn tegen schimmels. Dat kan de werking van bepaalde bloedverdunners versterken. In de bijsluiter staat dat duidelijk opgenomen. Maar niet iedereen leest die nauwkeurig.”

In de bijsluiter staan wisselwerkingen duidelijk opgenomen.

Over het imago van medicijnen geeft hij nog een ander voorbeeld. “Soms blijven mensen bij klachten van eczeem voor langere tijd met een vetzalf smeren. “In de basis een goede optie. Maar als het niet overgaat, of als de klachten erger worden, dan kan een hormoonzalf wél helpen. Bijvoorbeeld een cortisonecrème. Maar veel mensen aarzelen om die te gebruiken, vanwege de waarschuwingen in de bijsluiter. Die waarschuwingen staan er met een reden. Maar ze hebben natuurlijk ook te maken met hoeveel, hoe vaak en hoe lang je ze gebruikt.”

Het is positief dat je bij lichte klachten zélf iets kunt doen, met zelfzorgmedicijnen, zonder dat je daarvoor naar de huisarts moet. Leonard: “Wel moet je ze op de juiste manier gebruiken, en je bewust blijven van wat je doet. Gaan je klachten niet over? Of gebruik je andere geneesmiddelen en twijfel je of het samen kan? Ga dan toch naar een arts of apotheker.” 

Zelfzorgmedicijnen: je moet ze op de juiste manier gebruiken en je bewust blijven van wat je doet.