Veelgestelde vragen over rapport Meldpunt geneesmiddelentekorten en -defecten

Wat is het verschil tussen meldingen en tekorten?

De bedrijven die het medicijn in Nederland op de markt brengen (handelsvergunninghouders) moeten verwachte leveringsproblemen van medicijnen melden bij het Meldpunt geneesmiddelentekorten en -defecten. Een melding wil gelukkig niet altijd zeggen dat er ook daadwerkelijk een tekort ontstaat. Door op tijd te melden kan er in veel gevallen op tijd een oplossing worden gevonden. Dat gebeurt  tot nu toe in bijna alle gevallen.

Wat meld je bij het Meldpunt geneesmiddelentekorten en -defecten?

De bedrijven die het medicijn in Nederland op de markt brengen (handelsvergunninghouders) melden dat:

  • Een medicijn voor het eerst of opnieuw in de handel wordt gebracht.
  • De handel van een medicijn wordt stopgezet of onderbroken.
  • Een mogelijk tekort ontstaat, omdat een medicijn in kleinere of onvoldoende aantallen in de handel wordt gebracht.
  • Een fout in de kwaliteit van een medicijn.

Bedrijven geven bij de melding aan of ze een tekort verwachten en wat hiervan de oorzaak is. Bedrijven melden een mogelijk tekort per medicijn, niet per verpakkingsgrootte.

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van tekorten?

Een tekort kan op verschillende manieren ontstaan, bijvoorbeeld door:

  • Vertraging van de productie
  • Planning- of distributieproblemen van de fabriek
  • Stijging van de vraag naar een medicijn. Vaak veroorzaakt door een leveringsprobleem van een vergelijkbaar medicijn.
  • Onvoldoende beschikbaarheid van grondstoffen voor de productie van het medicijn
  • Kwaliteitsdefect. Dit betekent dat de kwaliteit van het medicijn niet voldoet aan de eisen.
  • Bedrijfseconomische omstandigheden, zoals een faillissement

Wat doen we als er een tekort van een geneesmiddel dreigt?

Er zijn verschillende oplossingen om een mogelijk tekort op te vangen. Bijvoorbeeld door te kijken naar het gebruik van een alternatief geneesmiddel. Vaak kan een tekort worden opgevangen door een medicijn van een andere fabrikant. Het heeft dan dezelfde werkzame stof en dezelfde sterkte, maar ziet er soms wel wat anders uit. Dit alternatieve medicijn kan ook uit het buitenland komen.

Ook kunnen apothekers hetzelfde medicijn van een andere sterkte meegeven aan de patiënt. Patiënten slikken dan bijvoorbeeld twee keer 50 mg in plaats van één keer 100 mg.

In sommige gevallen vragen we apothekers om tijdelijk minder medicijnen mee te geven aan patiënten. Het kan ook mogelijk zijn dat de medicijnen tijdelijk alleen beschikbaar zijn voor patiënten die écht niet zonder het medicijn kunnen. Dit is dan op advies van de beroepsgroep.

In hoeveel gevallen is er een oplossing voor een mogelijk tekort?

Voor bijna alle meldingen wordt uiteindelijk een oplossing gevonden. De afgelopen jaren waren er voor een paar kritische medicijnen (tijdelijke) tekorten. Voor deze medicijnen was geen of niet direct een ander vergelijkbaar geneesmiddel beschikbaar. We beseffen dat sommige oplossingen niet ideaal zijn voor de patiënt. En dat dat tot vervelende en stressvolle situaties kan leiden bij patiënten en apothekers.

Wat gebeurt er als een tekort niet op tijd gemeld is?

Bedrijven die het medicijn in Nederland op de markt brengen (handelsvergunninghouders) zijn verplicht om een dreigend tekort tijdig te melden. Gebeurt dat niet, dan kan de IGJ hiervoor een boete geven.

Waarom verschillen de cijfers van Meldpunt geneesmiddelentekorten en -defecten en Farmanco?

Er is een verschil tussen de cijfers van het Meldpunt geneesmiddelentekorten en -defecten en anderen, bijvoorbeeld Farmanco. Dit komt onder andere doordat het om verschillende type meldingen gaat.

Het Meldpunt geneesmiddelentekorten en -defecten ontvangt meldingen van verwachte leveringsproblemen van farmaceutische industrie. Een melding wil niet altijd zeggen dat er ook echt een tekort ontstaat. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er nog voldoende voorraad bij de groothandelaren en apotheken is, waardoor er geen tekort ontstaat.

Farmanco (KNMP) ontvangt meldingen van tekorten van apothekers. Op het moment dat een apotheker in zijn praktijk een tekort heeft en deze melding maakt, is een middel niet of moeilijk leverbaar. Dit kan komen doordat de voorraden bij de groothandelaren op zijn of bijna op zijn. Farmanco rapporteert als geneesmiddelen landelijk niet beschikbaar zijn voor de patiënt en het tekort waarschijnlijk langer dan 14 dagen gaat duren.

Welke partijen werken samen bij het zoeken naar oplossingen bij geneesmiddelentekorten?

Een aantal partijen denkt samen na over mogelijke oplossingen bij dreigende medicijntekorten. Dat zijn vanuit de overheid het ministerie van VWS, het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Verder zijn geneesmiddelenfabrikanten, groothandels, apothekers, artsen, patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars betrokken. Ze vormen samen de Werkgroep Geneesmiddelentekorten.

De Werkgroep Geneesmiddelentekorten formuleert maatregelen om medicijntekorten te voorkomen en, als een tekort toch ontstaat, om deze zo goed mogelijk op te vangen.