Ongevoeligheid voor antibiotica

Antibiotica zijn medicijnen die werken tegen infecties die worden veroorzaakt door bacteriën. Zo krijg je in Nederland antibiotica van de arts als je bijvoorbeeld een long- of blaasontsteking hebt. Maar als je antibiotica te veel en op een verkeerde manier gebruikt, kunnen bacteriën hier ongevoelig (resistent) voor worden. Dit noemen we ook wel antibioticaresistentie.

Bij antibioticaresistentie is de bacterie die de infectie veroorzaakt ongevoelig (resistent) geworden voor het antibioticum. Hierdoor gaat de infectie niet weg. Als gevolg daarvan kan je ernstig ziek worden of soms zelfs overlijden. Antibioticaresistentie is een snelgroeiend probleem dat we met z'n allen kunnen aanpakken, door antibiotica op de juiste manier te gebruiken.

Hoe gebruik je antibiotica op een goede manier?

Maak altijd een antibioticakuur af. Het is heel belangrijk dat je de antibioticakuur volledig afmaakt. Ook als je je al beter voelt. Je arts bepaalt hoe lang en hoeveel je antibiotica nodig hebt.  

Als je eerder stopt kan het zijn dat een deel van de bacteriën overblijft. Je kunt dan opnieuw ziek worden. De overgebleven bacteriën kunnen ook ongevoelig worden voor de antibiotica. Als je denkt dat het antibioticum niet helpt, blijf het gebruiken en overleg dan met je arts. Dat geldt ook voor als je bijwerkingen krijgt.
 

Gebruik alleen antibiotica als het echt nodig is. In Nederland kunnen we antibiotica alleen krijgen op recept van een arts. Artsen in Nederland zijn zich bewust van het risico op antibioticaresistentie, waardoor ze voorzichtig zijn met het voorschrijven van antibiotica. Krijg je in Nederland een antibioticum voorgeschreven? Dan kun je er vanuit gaan dat je dit ook echt nodig hebt.

In sommige andere landen is dit niet zo vanzelfsprekend en is het beleid minder streng. Soms kan je het zelfs zonder recept in de apotheek kopen. Twijfel je over antibioticagebruik in het buitenland? Overleg dan altijd met je huisarts in Nederland of dit wel echt nodig is.

Gebruik geen antibiotica van andere mensen die dat over hebben. Stel dat je een blaasontsteking hebt en iemand die je kent nog antibiotica over heeft, gebruik dit dan niet. Ga altijd zelf eerst naar een arts om te bepalen of een behandeling met een antibioticum nodig is. Overleg ook welk antibioticum de beste keuze is voor jou. Gebruik antibiotica dus alleen op eigen recept van een arts.

Deze video van het RIVM legt uit hoe je antibiotica goed gebruikt.

Hoe ontstaat antibioticaresistentie?

Bacteriën kunnen ongevoelig zijn (‘bestaande’ resistentie) of ongevoelig worden (‘verworven’ resistentie) voor een antibioticum. Wanneer een bacterie niet (meer) of onvoldoende reageert op het medicijn kan deze daardoor blijven doorgroeien. Ongevoeligheid kan ontstaan wanneer:

  • antibiotica vaak worden gebruikt. Je kunt dan alleen de niet gevoelige bacteriën overhouden.
  • je een verkeerd antibioticum gebruikt, omdat de bacterie er niet gevoelig voor is. Dat vergroot de kans op de ontwikkeling van resistentie.
  • je de kuur niet goed afmaakt. Het risico dat de overgebleven bacteriën ongevoelig worden, wordt dan groter.

Is een bacterie ongevoelig voor het antibioticum en draag je die bacterie over aan anderen? Dat betekent dat deze bacterie ook bij hen niet meer reageert op het passende antibioticum. Hierdoor verspreidt de infectie zich snel.

Resistentievorming is een groot probleem omdat steeds meer bacteriën niet meer goed reageren op de meest gebruikte antibiotica (zogenoemde “multiresistente” bacteriën). Het is steeds lastiger om voor deze infecties nog een passende antibioticakuur te vinden. Soms zijn patiënten hierdoor niet goed meer te behandelen en komen zij zelfs te overlijden. Daarom is het belangrijk dat iedereen antibiotica goed gebruikt.

Hoe werken antibiotica?

Er leven in ons lichaam heel veel verschillende soorten bacteriën. Deze bacteriën zijn vaak nuttig, ze helpen bijvoorbeeld voedsel te verteren in onze darmen. Soms veroorzaken bacteriën juist een ontsteking.  Soms merk je hier niet veel van en gaat deze vanzelf weer over. Maar het kan zijn dat een bacterie een infectie in ons lichaam veroorzaakt, die niet vanzelf weg gaat. Dan kunnen antibiotica helpen om de infectie te bestrijden.

Een antibioticum kan de bacterie doden. Bijvoorbeeld door de celwanden van deze ongewenste bacteriën te beschadigen of door de groei van de bacteriën te remmen of zelfs compleet te blokkeren. Sommige antibiotica werken alleen op een specifieke groep ongewenste bacteriën (smalspectrum antibiotica). Andere antibiotica schakelen meerdere bacteriën uit (breedspectrum antibiotica).

Wist je dat antibioticaresistentie ook bij dieren voorkomt?

Net als bij mensen, kunnen bacteriën bij dieren door het gebruik van antibiotica ongevoelig worden. Dieren kunnen deze bacteriën doorgeven aan mensen. Daarom is het belangrijk dat we ook bij dieren voorzichtig omgaan met antibiotica. Hiervoor zijn strenge regels, bijvoorbeeld in de veehouderij.